Lale Gül en Franca Treur oogstten beiden succes met romans waarin ze afscheid namen van het religieuze milieu uit hun jeugd. „Ik had succes bereikt over de rug van mijn familie, zeiden ze. Dat vond ik moeilijk, omdat het natuurlijk ook zo is.”
Mo, de vaste taxichauffeur van schrijver Lale Gül (23) parkeert voor de ingang van het statige pand van Parc Broekhuizen in Leersum. Gül kan niet met het openbaar vervoer reizen sinds haar boek Ik ga leven in februari verscheen. Ze deed aangifte van zo’n zestig ernstige bedreigingen.
Een avond eerder had ze schrijver Franca Treur (41) geappt. Die moest toch ook in Parc Broekhuizen zijn?! Zou ze niet even met Mo langsrijden om haar op te pikken? Ze hebben dezelfde uitgever (Prometheus) en hadden elkaar al eens op een etentje ontmoet.
Mo opent de achterdeur en Franca Treur stapt uit, gevolgd door haar vriend met hun zoontje van achttien maanden. Van tevoren had Treur gemaild dat haar zoon door de pandemie nog geen nacht zonder haar was geweest. „Hij kan in paniek raken als ik niet thuiskom. Kunnen mijn zoon en vriend mee naar het hotel?”
Het duurt even voordat ze samen plaatsnemen op het terras van bistro Lof. Eerst moeten ze om beurten op de foto. En samen. Lale Gül doet het soepel en geroutineerd. Ze is de afgelopen maanden honderden keren gefotografeerd. Franca Treur heeft er minder mee. „Je moet altijd zoveel van jezelf laten zien. Waarom is je hoofd niet genoeg? Waarom ook je lichaam, je huis en je dierbaarste spullen? Bij vrouwenbladen moet je kleding uit een nieuwe collectie aan als je wordt geïnterviewd over je boek. In het begin zei ik dat ik geen paspop was, maar het is de deal als je aandacht voor je boek wil.” Vandaag – in haar eigen blouse en met de ongedwongen, en hooggehakte, Lale naast zich – is er voor het paarse doek van de fotograaf geen spoor van ongemak.
Nu zitten ze op het terras, de twee schrijfsters die veel reuring veroorzaakten met hun bestseller-debuutromans waarin ze beiden afscheid namen van het religieuze milieu waarin ze opgroeiden. Franca Treur debuteerde twaalf jaar geleden met de roman Dorsvloer vol confetti, over een bevindelijk gereformeerd gezin in Zeeland dat leeft in de wetenschap dat iedereen verdoemd is – op een enkele uitverkorene na. Het verhaal wordt verteld door de dertienjarige Katelijne, middelste tussen zes broers.
Lale Güls roman gaat over Büsra, die opgroeide in een Turks-Nederlands gezin met strikte religieuze en culturele regels, die ze als verstikkend ervaart. Güls boek sloeg in als een bom, ze wordt overstelpt met steunbetuigingen van jonge vrouwen die zich ook bekneld voelen in een islamitische cultuur waarin meisjes weinig vrijheid hebben en van jongens juist veel door de vingers wordt gezien. Ze kreeg ook lange mails van homo’s, vertelt ze. Met name van islamitische homo’s, maar ook van christenen, die niet uit de kast durven komen uit vrees voor het harde oordeel. (pdf)